CDA-ledenavond in het teken van samenwerking

Gebied: BERKEL EN RODENRIJS
Datum: 22 januari 2001 08:49 uur
Rubriek: Laatste Nieuws

De CDA-ledenavond van 18 januari in Berkel en Rodenrijs stond geheel in het teken van samenwerking / samenvoeging van de gemeenten in de regio Oostland. Gedeputeerde Dirk Dekker van de provincie Zuid-Holland was de gastspreker en hij gaf zijn visie op de samenwerkingsverbanden en de kwaliteit van het Openbaar Bestuur. Tijdens een soort Lagerhuisdebat dat op zijn rede volgde, en waaraan CDA-leden vanuit verschillende maatschappelijke groeperingen in de regio Oostland deelnamen, kreeg hij een goede indruk van de vragen en meningen die in dit gebied leven. Samenwerking en eventuele fusies tussen gemeenten is de laatste tijd een onderwerp waar veel over wordt gesproken. Zo ook binnen het CDA en de ledenavond was dan ook geheel aan dit thema gewijd. Het bestuur had de Gedeputeerde Dirk Dekker, bekend om zijn notitie “Grensverkennend en Grensverleggend” uitgenodigd om over dit onderwerp met de leden van gedachten te wisselen. Dirk Dekker ging vooral in op de kwaliteit van het Openbaar Bestuur in grotere samenwerkingsverbanden. “We leven in een tijd van een informatierevolutie en het Openbaar Bestuur moet transparant en doorzichtig zijn”, was de mening van Dekker. Het internet verbetert de mogelijkheden voor de burger om met het bestuur mee te denken, b.v. doormiddel van online-vergaderen. De samenleving wordt steeds complexer en de burgers mondiger. Als zij problemen hebben vragen zij van de politiek een oplossing. Op alle terreinen dringt de schaalvergroting door en ook de overheid moet daarop een reactie geven door te zoeken naar grotere samenwerkingsverbanden tussen gemeenten in Zuid-Holland. Intergemeentelijke samenwerking Hoe die intergemeentelijke samenwerking eruit gaat zien is nog de vraag en dit moet nog ingevuld worden in de toekomst. Volgens Dekker moeten gemeenten, als zij de vraag stellen met wie zij willen samenwerken, vertrekken vanuit de inhoud en zoeken naar partners waarmee zij iets gemeen hebben en waarmee al een traditie opgebouwd is in een samenwerkingsverband. Op regionaal niveau kan men dan bezien welke problemen men tegenkomt en gezamenlijk zoeken naar een oplossing. Als voorbeeld noemde hij de regio Westland waar het in de tuinbouw slecht ging door de sterk gestegen gasprijzen en de verandering van de markt. De economische structuur was niet meer opgewassen tegen deze veranderingen en vanuit verschillende groeperingen in de samenleving werd de vraag naar samenwerking steeds luider. De gradaties en de intensiteit van de samenwerking zijn afhankelijk van de problemen die men tegenkomt. Vooral de colleges van B&W komen vraagstukken op het gebied van de infrastructuur tegen die niet op gemeentelijk niveau zijn op te lossen en vragen om een regionaal standpunt. Het gebied in de regio Oostland kent een enorme dynamiek door de bouw van de Vinex-lokaties, de aanleg van de HSL-lijn en de ZoRo-lijn. De gemeenten in de regio zullen een visie moeten ontwikkelen voor de toekomst en vaststellen hoe het er in 2010 uit moet zien. Zij zullen zich de vraag moeten stellen of zij zelf voldoende capaciteiten hebben om het doel te bereiken dat hen voor ogen staat. Als dat niet zo is dan zullen zij om zich heen moeten zien met wie dat wel mogelijk is, volgens Dekker. Van het Openbaar Bestuur wordt veel meer kwaliteit vereist in een complexere samenleving en zij zullen dan ook moeten investeren in mensen die aan die kwaliteit kunnen voldoen. “Denk na over de kwaliteit van de bestuurlijke vorm en zie herindeling niet als een bedreiging maar als een kans. We zitten in een goed gebied met veel cultuur en groen in de buurt”, sloot Dekker zijn betoog af. Een Lagerhuisdebat met van Vliet als Paul Witteman Na de rede van Dekker werden de verschillende belangengroeperingen binnen het CDA-verband gevraagd om hun mening te geven over samenwerkingsverbanden in de vorm van een Lagerhuisdebat. Wethouder van Vliet uit Bleiswijk fungeerde als Paul Witteman en was de leider van het debat. Hij vroeg de aanwezigen, niet om hun voorkeur uit te spreken over welke gemeenten met elkaar moeten samenwerken, maar een open debat te voeren om zo de meningen op dat gebied te peilen. Verschillende maatschappelijke groeperingen, vanuit de politiek, werkgeversorganisatie, WLTO, parochie, woningbouwvereniging en bedrijfsleven namen deel aan het debat. Juist door naar de toekomst te kijken en te bezien wat men op den duur wil bereiken zijn diverse groeperingen al een samenwerkingsverband aangegaan, zo bleek tijdens het debat, en kunnen zij door schaalvergroting beter opereren. De woningbouwverenigingen in de 3b-gemeenten hebben de lijn van het samenwerken al gevolgd en zijn opgegaan in de 3b-Woningbouwstichting. “Juist het feit dat wij ons zijn gaan vragen waar het naartoe gaat met de woningbouw en de infrastructuur over vijftien jaar, heeft ertoe geleid dat wij na moesten denken over de lijnen die wij moeten gaan uitzetten”, vertelde Hans de Rijke van de woningstichting. Waar een tekort is aan priesters zullen parochies gedwongen worden op verregaande schaal met elkaar samen te werken om de problemen op te lossen en in de 3B-hoek heeft de katholieke kerk die mogelijkheden al benut. 3B-Regio uitbreiden Daar waar de woningstichting en de parochie samenwerking gezocht hebben in de 3B-Regio zijn er vanuit de werkgeversorganisatie, het bedrijfsleven en de tuinders geluiden te horen dat men de samenwerking niet alleen tot dit gebied wil beperken maar uit te breiden met andere gemeenten. Van der Helm van de Hollandse Werkgevers Vereniging Oostland was een sterke voorstander van een samenwerking tussen de 3B-gemeenten aangevuld met Zevenhuizen-Moerkapelle, Pijnacker en Nootdorp om zo een sterke regio te vormen tussen de grote steden. Hij vond een versnippering van de regio geen goede zaak en denkt dat de mensen in de regio Oostland meer met elkaar gemeen hebben dan dat zij van elkaar verschillen. “De politiek moet luisteren naar de wensen die er leven bij de verschillende maatschappelijke groeperingen”, aldus van der Helm. Die geluiden waren eveneens te horen bij de WLTO, een belangenorganisatie van de tuinders, die een samenwerkingsverband van gemeenten in de regio Oostland voorstaan. Als gemeenten moeten zoeken naar partners, waarmee zij iets gemeen hebben, dan ligt de keuze voor de regio Oostland voor de hand, want zij hebben een gemeenschappelijke traditie op het gebied van de tuinbouw. De diverse politieke vertegenwoordigers bij het debat waren het erover eens dat schaalvergroting noodzakelijk is en dat verregaande samenwerking in de toekomst een must is. Op gemeentelijk niveau zijn er soms problemen die vragen om een regionale aanpak, zoals de infrastructuur. Volgens burgemeester de Goeij heeft Berkel en Rodenrijs al een samenwerkingstraditie opgebouwd op grotere schaal binnen de Stadsregio, maar moet er ook gekeken worden naar samenwerking op een kleinere schaal in de regio. “Maar eerst moeten we kijken naar de inhoud en daarna zal daaraan structuur gegeven worden”, gaf de Goeij te kennen. Hoewel op deze avond geen voorkeur uitgesproken werd wie met wie een samenwerkingsverband wil afsluiten, hebben sommige politieke bestuurders dat de afgelopen tijd wel gedaan. Niet alle politieke bestuurders zitten wat dat betreft op één lijn, want anderen willen het debat nog open houden en onderzoeken welke mogelijkheden in de regio het beste zijn. Dekker had aan de zijlijn het hele debat gevolgd en naar zijn zeggen heeft hij een goede indruk gekregen van wat er speelt en leeft in de regio Oostland en dit zal in zijn onderzoek een rol spelen. Henny Rijntjes